Het Leusderkwartier


Juliana van Stolbergkazerne;  Leusderweg


Het Leusderkwartier is genoemd naar villa Lisiduna (bij Oud-Leusden). Deze behoorde eerst toe aan Karel de Grote, maar deze schonk  de villa in 777 aan de bisschop van Utrecht. Rond het jaar 1000 werd hier de St. Urbanuskerk gebouwd. Hiervan rest nu, vlakbij de begraafplaats Rusthof,  alleen nog de toren.

Tot ver in de 19e eeuw was het gebied dat nu Leusderkwartier heet vrijwel onbewoond.

Eind 19e eeuw werd Amersfoort garnizoensstad. Vlak buiten de stad was genoeg bos en hei om daar militaire oefeningen te kunnen houden. In 1889 werd daarom aan de bestaande Leusderweg de Juliana van Stolbergkazerne gebouwd. [Duizenden soldaten hebben daar hun dienstplicht vervuld; vanaf 1950 het Regiment Geneeskundige Troepen. In 1980 werd de kazerne niet langer door het leger gebruikt en werden de gebouwen verbouwd tot woningen. ]

Pas vanaf begin 20e eeuw kwam in het Leusderkwartier de woningbouw goed op gang en werd het een wijk voor arbeiders en middenstand. De straten werden vernoemd naar historici (Van Bemmelstraat, Van Rootselaarstraat),  wetenschappers en uitvinders (Edisonstraat, Copernicusstraat), schilders (Gerard Doustraat, Rembrandtstraat), en dieren (Meikeverpad, Wolvenstraat).

De laatste buurt in de wijk met enige bebouwing is het bospark Nimmerdor. Gelegen aan de Arnhemseweg, ten zuiden van de Zandbergenlaan. Dit voormalige landgoed behoorde in de 17e eeuw aan jonkheer Everard Meyster; de man die de Kei naar Amersfoort liet slepen. Het was een deel van de Amersfoortse meent (gemeenschappelijke grond, het zogenaamde ‘woest-eigen’, vandaar de straatnaam Woestijgerweg). Hij noemde het Nimmerdor, omdat hij alleen groenblijvende bomen en heesters, zoals sparren en hulst liet planten en het daar dus het hele jaar door groen bleef. De laatste tijd is het Leusderkwartier vooral in het nieuws door de werkzaamheden aan de Kersenbaan en de daarmee gepaard gaande verkeersproblematiek.