Amersfoort: ouderenzorg vroeger


Hendrik Jan Wolter: Gastelingen uit het St. Pieters- en Bloklandgasthuis op weg naar de St. Joriskerk (rond 1900).


Ouderen moeten tegenwoordig zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Men rekent erop, dat familie en andere vrijwilligers ouderen zullen helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Maar hoe ging dat vroeger?

Ambachtslieden die in de Middeleeuwen lid waren van een gilde, maar die te oud of te ziek waren om te werken, kregen van het gilde financiële ondersteuning. Maar wie geen gildelid was moest in geval van nood de familie om hulp vragen. Ouderen bleven dan vaak tot hun dood bij de kinderen inwonen. ‘Mantelzorg’ is dus niet iets van de laatste tijd.

Wie geen beroep kon doen op het gilde of familie en evenmin geld had om huishoudelijke hulp te betalen werd afhankelijk van armenzorg. Deze kwam zowel van de stedelijke overheid als van de kerk. De overheid hielp, omdat men bang was dat armoede zou leiden tot onrust en opstand. De kerken deden dat vanuit het gebod tot naastenliefde. Rijke burgers stichtten gasthuizen voor zieken of ouderen. Uit naastenliefde, maar ook om zelf na hun dood verzekerd te zijn van een plekje in de hemel.

Een van de oudste gasthuizen in Amersfoort  is het St. Pieters Gasthuis aan de Westsingel, dat dateert uit 1393. Eerst was dit alleen ziekenhuis, maar al snel werd het ook verzorgingshuis voor ouden van dagen. Dit  waren zogenaamde ‘kostkopers’, d.w.z. dat ze uit eigen middelen hun verzorging betaalden. Als ‘betaling’ voor hun verzorging schonken boeren hun landerijen. De eigenaar van de Turfton, de herberg op de hoek van Westsingel en Kleine Spui, gaf zijn bedrijf ook aan het gasthuis in ruil voor verzorging op zijn oude dag. Er werd zoveel verdiend, dat er in 1536 een geheel nieuw gasthuis gebouwd kon worden. In 1804 werd het St. Pieters Gasthuis samengevoegd met het Blokland Gasthuis en vanaf die tijd heette het St. Pieters- en Blokland Gasthuis. Het kostkopen werd verboden en er werden alleen nog arme ouderen opgenomen. Deze gastelingen kregen gestichtskleding van het huis en waren daardoor voor iedereen herkenbaar.

Grote veranderingen kwamen er pas begin 20e eeuw. Oude panden werd afgebroken en er kwam een nieuw gebouw voor in de plaats. Alleen de Mannenzaal herinnert nog aan de situatie van vóór 1900. Inmiddels is het St. Pieters- en Bloklandgasthuis verbouwd tot verpleeghuis en wonen de ouderen die alleen lichtere verzorging nodig hebben in een nieuw gebouw in Vathorst.