Amersfoort marktstad


Markt op de Hof ca. 1905


Vrijdagochtend: bloemenmarkt op het Lieve Vrouwekerkhof, vismarkt op de Groenmarkt, warenmarkt op de Hof en een boerenmarkt op het Eemplein. Ook op zaterdag staat de Hof de hele dag vol met meer dan honderd marktkramen. In de binnenstad zijn er altijd markten geweest. Al in de 14e eeuw mocht Amersfoort van bisschop Johannes van Diest behalve de jaarmarkt ook een aantal vrije markten houden. De kerk had destijds namelijk het recht om markten te organiseren. Tegelijk met zo’n jaarmarkt werd er ook kermis gehouden, dus werd het dan heel druk in de stad. Omdat zo’n markt soms wel drie weken duurde, leverde dat de stad behoorlijk wat extra inkomsten op. Amersfoort zou uiteindelijk de regionale marktplaats voor het oosten van de provincie Utrecht en de westelijke Veluwe worden.

De oudste marktplekken waren de Hof, de Vismarkt (hoek Langegracht/Kortegracht en Langestraat) en de Varkensmarkt. Door gebrek aan ruimte kwamen er sinds de 17e eeuw steeds meer plekken met een markt. Rond 1650 werd de veemarkt verplaatst van de Varkensmarkt naar een gedeelte van het St. Janskerkhof, dat voortaan Beestenmarkt werd genoemd. Ook de paardenmarkt van de Kamp ging daarheen. De Appelmarkt werd vergroot, doordat het St. Joriskerkhof deels werd geruimd. De vismarkt werd in 1856 verplaatst van de Kortegracht naar het Lieve Vrouwekerkhof, waar eindelijk de laatste overblijfselen van de in 1787 door ontploffingen verwoeste Onze Lieve Vrouwekapel waren opgeruimd. De vishal werd ook van de Kortegracht  daarheen verplaatst en werd pas in 1988 teruggeplaatst op zijn vroegere plek.

In de loop der jaren zijn ook andere markten verplaatst. Veel oudere Amersfoorters herinneren zich met weemoed nog de bloemenmarkt aan het Havik, die in 1993 tot grote ontevredenheid van velen verplaatst werd naar het Lieve Vrouwekerkhof.