Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
VISBANKEN VERRIJKEN HET STADSBEELD
Aldus een kop in het tijdschrift HEEMSCHUT. En verder: ‘In ongeveer vijftien stadjes en steden vind je ze nog’. Ze worden zo ongeveer allemaal opgenoemd in dat tijdschrift, maar Amersfoort staat er niet bij. Wij hebben toch ook zo’n mooie overdekte visverkoopplaats bij de Kortegracht? Vroeger heette dat stukje Kortegracht trouwens Vismerct. Op deze overkapte toonbanken van hardsteen, zes in getal, werd de vis schoongemaakt en aan de man gebracht. Ontegenzeggelijk is zo’n stuk straatmeubilair een verrijking van het straatbeeld.
Van Bemmel zegt dan van onze visbank: ‘alhoewel niet groot is het een fraaie gaanderij, anno 1656 gebouwd, ruim 20 schreden lang en geschikt tot twaalf verkoopplaatsen, aan iedere zijde zes.’ Dat zijn er dus later minder geworden. De visverkopers moesten per jaar vijf gulden aan de gemeente betalen. Voordat de gaanderij er was, had men voor de twee huizen aan weerszijden van de vismarkt vijf banken langs ieder huis. Van deze visbanken moest men de huur betalen aan de bezitters van de huizen. De verhuurders moesten daar dan de vismarkt voor schoonmaken en de banken onderhouden. Na de markt moesten de visbanken duchtig geschrobd worden.
Al in de middeleeuwen was er in Amersfoort een keur, dat als iemand vis verkocht in de stad, dat alleen op de vismarkt mocht. Overtrad men deze keur, dan volgde een boete van 5000 stenen. Visafval veroorzaakte nogal wat stank en de hygiëne op de markt liet soms veel te wensen over. Daartegen namen de stadsbestuurders maatregelen, niet alleen door vaste verkoopplaatsen te creëren met hardstenen visbanken die overkapt werden. Er werden ook keurmeesters aangesteld die de kwaliteit van de vis moesten bewaken (vis mocht niet stinken) en uiteraard op de andere markten ook andere producten.
Hoewel er dus veel visbanken in Nederland zijn verdwenen, prijzen wij ons in Amersfoort gelukkig, dat wij er nog wel een hebben. Ook onze visbank is nog steeds een levendig en charmant element in het stadsbeeld.