Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
Wat is Oud-
In de 16e eeuw gingen de katholieken in Nederland ondergronds onder druk van de calvinistische overheid. Uit deze schuilkerkperiode dateert ook de scheiding van de beide Katholieke kerken in Nederland. Vanwege de gesloten grenzen waren de contacten met de kerk buiten de Nederlanden moeilijk en werden de noordelijke Nederlanden in de 16e en 17e eeuw beschouwd als een missiegebied. Hoewel de Katholieke kerk in het verborgene nog wel functioneerde, werd het voor de bisschoppen hoe langer hoe moeilijker om gelovigen te vormen en nieuwe priesters te wijden. Daarnaast ontstonden er ook onderling spanningen die nog werden versterkt door de komst van veel geestelijken uit Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden. Deze waren gevlucht vanwege hun spirituele opvattingen die niet langer werden gedoogd en vanwege hun verzet tegen een steeds sterker wordende invloed vanuit Rome op de lokale kerken. Na zo’n twintig jaar tevergeefs om een nieuwe bisschop gevraagd te hebben besloot men terug te grijpen op oude rechten en zelf een nieuwe bisschop te verkiezen. Met de verkiezing van Cornelis Steenoven door het Kapittel van Utrecht in 1723 werd de breuk tussen Rome en Utrecht definitief. Zo bestaan tot de dag van vandaag twee groepen Katholieken, die kerkelijk gescheiden hun eigen weg gaan. De Oud-
De Oud-
Toen op 18 maart 1580 de openbare eredienst van de katholieken in Amersfoort verboden werd en de kerken en kapellen aan de Gereformeerden werden overgedragen, betekende dat niet het einde van het katholieke kerkelijke leven. In schuilkerken bloeide rond 1600 een gelouterd en vernieuwd leven op. In onze stad waren er in de 2e helft van de 17e eeuw vier schuilkerken, waarvan er twee bediend werden door de directe opvolgers van de middeleeuwse pastoors (de H. Willibrordus en Bonifacius aan de Muurhuizen en de H. Georgius [St. Joris] aan ’t Zand en de O.L. Vrouw aan de Langegracht.)
De parochie van de H. Georgius betrok rond 1630/1640 een huis in het voormalige Begijnhof van St. Aegten aan ’t Zand (waar nu de pastorie staat) als een kleine schuilkerk. In 1693 verwierf zij een groter pand op het Begijnhof in eigendom en richtte dat als kerk in. Deze schuilkerk stond op dezelfde plaats als de huidige kerk die in de jaren 1927/1928 verrees.