Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
Het leven van St. Rochus
Rochus werd rond 1300 geboren als zoon van een welgesteld Frans edelman. Als kind kende hij alle voordelen en privileges hiervan. Naarmate hij ouder werd zag hij echter de armoede rondom zich en werd hierdoor aangegrepen.
Op 20-
Terwijl hij voor de zieken zorgde werd Rochus zelf besmet door de pest. Omdat het niet in zijn natuur lag om anderen om hulp te vragen trok hij zich terug om te sterven. De hond van een nabijgelegen boer vond Rochus op diens sterfbed en bracht hem elke dag een stuk brood. De boer vond het gedrag van zijn hond eigenaardig en besloot op een dag hem te volgen. Zo vond hij Rochus. De twee werden bevriend en Rochus kon dank zij de goede zorgen van de boer herstellen van zijn ziekte.
Rond die tijd brak in Frankrijk de burgeroorlog uit en Rochus besloot om naar zijn geboorteland terug te keren. In de turbulentie van de oorlog werd Rochus beschuldigd van spionage. Rochus weigerde zijn ware identiteit prijs te geven waardoor hij in de gevangenis werd opgesloten. Daar bracht hij zijn tijd door met het verzorgen van zijn medegevangenen. Uiteindelijk zou hij vijf jaar later sterven. Op zijn lichaam werd een document gevonden dat samen met de geboorteplek zijn ware herkomst bevestigde.
Na zijn dood werden verschillende mirakels, en vooral die met de pest te maken hadden, aan hem toegeschreven. Honderd jaar na zijn dood werd Rochus heilig verklaard. Sint Rochus werd vooral bekend als patroon van de honden en de hondenliefhebbers.
St. Rochus wordt vaak afgebeeld, terwijl hij de pestbuilen op zijn bovenbeen toont en een hond zijn wonden likt. Vandaar ook dat hij niet alleen als schutspatroon van de pestlijders, maar ook van lijders aan hondsdolheid werd beschouwd.