Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


Mariënhof behoort tot de best bewaarde kloosters van het middeleeuwse Amersfoort. Vooral de kloostergang en de monumentale tuin zijn zeer de moeite waard. Eerst werd deze plek bewoond door de Ursulinen of Celzusteren die zich in 1479 in Amersfoort vestigden. Zij stichtten er een klein klooster.


In 1547 vertrokken zij naar de Pothof en droegen zij het klooster over aan de Augustijner monniken van Mariënhof, afkomstig van de Birkt bij Soest. Deze kloosterorde had al eerder in Amersfoort gewoond, namelijk in het klooster Sint Andrieskamp. Dit klooster lag op een voor de stad Amersfoort gevaarlijke plek, namelijk net buiten de muren. Zo kon het gemakkelijk bezet worden door vijandelijke legers, zoals van de Geldersen. Daarom liet het stadsbestuur dit klooster afbreken. Nadat het klooster Mariënhof in Soest door Maarten van Rossum was verwoest, kwamen de monniken terug naar Amersfoort en bouwden een nieuw Mariënhof, waarvan hoofdgebouw en kloostergangen nog bestaan. Zij hebben er iets meer dan 60 jaar doorgebracht.


Na de reformatie mochten er geen nieuwe kloosterlingen meer toetreden en na het overlijden van de laatste bewoner besloot het stadsbestuur in 1611 hier het Burgerweeshuis onder te brengen. Aan het eind van de 19e-eeuw werd de kapel die aan de Zuidsingel stond, afgebroken. Op die plek werd een gereformeerde kerk gebouwd. Het complex vormt tegenwoordig één geheel met de eind 19e-eeuwse kerk aan de Zuidsingel. Het voormalige klooster is momenteel een evenementenlocatie.

Een 19e eeuwse afbeelding van Amersfoort vóór 1543