Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
De smalle trap in het toegangstorentje van delandpoort draait rechtsom naar boven. Omdat de meeste mensen rechtshandig zijn en waren, was de trap van bovenaf makkelijker te verdedigen. Immers, de soldaat steekt met het zwaard in de rechterhand van boven naar beneden met de draai van de trap mee. Om het de vijand lastig te maken kon er ook maar één man tegelijk omhoog. In de toren zit een houten luik met daarachter een richel waarop in tijden van gevaar een soldaat zat of stond om de Eem in de gaten te houden. Deze man moest wakker blijven. Viel hij in slaap, dan viel hij op de stenen trap.
Het lood dat het hout van de daken beschermt, werd met spijkers bevestigd. Om te voorkomen dat door de spijkergaten vocht zou komen, werden op de spijkerkoppen ‘trotseerloodjes' gesoldeerd. Op de loodjes staat het meesterteken van de leidekker. Vanaf de poort zien we aan de stadszijde Grote en Kleine Spui, Flehite, de O.L.V.-