Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
Sinds Abraham van Bemmel in 1760 de 'voorde' door de Eem bij de Havik als herkomst van de naam Amersfoort noemde, heeft men dit zonder verder onderzoek maar aangenomen. Het klonk immers aannemelijk. Hij baseerde die opvattingen echter op het feit dat aan beide zijden van de Eem een herberg stond, die men door die oversteek kon bereiken.
Bron: Beschrijving der stad Amersfoort 1760 blz.8 , Abraham van Bemmel
Merkwaardig genoeg situeert Van Bemmel de ‘voorde’ op de plaats waar nu de brug over de Havik ligt. Volgens het onderstaande hoogtekaartje van Amersfoort uit 1941 is dat zo ongeveer het diepste punt van de middeleeuwse stad en staat er ter plekke het water één meter hoog.
De wielen van de handelswagens hadden en diameter van 120 cm. Dat impliceert dat in het gunstigste geval de lading bij het doorwaden op die plaats minsten 40 cm water maakt. Daarbij komt dat de toenmalige weg, nu de Bloemendalsestraat, in die tijd volgens oude kaarten via Hoogland in Bunschoten uitkwam.
Volgens de Hanze-
Het is daarom erg onwaarschijnlijk dat de ‘voorde’, waar Amersfoort zijn naam aan zou danken, op de Havik is geweest.
Maar waar is de voorde dan wel? Volgens bovenstaand kaartje is de voorde, in de vorm van een ‘veenbrug’ door het moeras, de breul, met streepjes aangegeven. De veenbrug is ca. 70 cm hoog, 5 meter 60 breed en 180 meter lang. Deze is in 1941 door Regelink opgegraven en gesondeerd onder de huidige Langestraat. Volgens Regelink loopt de voorde van de Onze Lieve Vrouwestraat tot de Stovestraat. Dat zou beter kunnen kloppen dan de optie bij de Havik omdat er op het tracé onder de Langestraat geen diepere doorgangen zijn dan ca. 50 cm. én de weg komt van Utrecht en voert naar Deventer.