Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


Het Lazarushuis of Melatenhuis


Stond buiten de Kamperbuitenpoort, in het oosten van de stad, noord-zijde Hogeweg, ter hoogte van de Magelhaenstraat. Gesticht tussen 1404 en 1416. De St. Andreas kapel  was er aanvankelijk aan verbonden, maar deze werd gesloten in 1641, de bewoners werden daarna in de stad (Achter Davidshof) ondergebracht. In de loop van de tijd is het oorspronkelijke lazarushuis een tabaks-boerderij geworden met een bijgebouwde schuur, in 1672 beschadigd door belegeringen. In 1804 na de fusie van het St Pieters- en Blo(c)klandsgasthuis verkocht. In 1858 is het geheel afgebrand.


Lazarus

Lazarus is de naam van de verlamde bedelaar, vol zweren, in de gelijkenis van Lucas 16: 19-31 voor de deur van de rijke man. Beiden sterven: de arme komt in Abraham's schoot, de rijke in het dodenrijk; de rijke heeft alles bij zijn leven gehad, de arme krijgt het in de hemel.





Het Lazarushuis aan de Hoogeweg