Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


Gilden in Amersfoort


Een gilde was een vereniging van personen met hetzelfde beroep. Deze gilden hebben vanaf de middeleeuwen tot eind 18e eeuw bestaan. In een gilde werd kennis en ervaring uitgewisseld. Nieuwe gildeleden werden opgeleid in het vak. Na een jarenlange opleiding werd een leerling gezel om uiteindelijk meester te worden, nadat hij zijn meesterstuk had gemaakt.


Het gilde kwam op voor de belangen van de gildeleden en beschermde hen. Het gilde bepaalde de regels en zorgde ervoor dat de leden zich aan de regels hielden. Er bestonden verschillende soorten gilden, zoals ambachtsgilden en handels- of koopmansgilden. Voorbeelden van ambachtsgilden zijn het bakkersgilde, het weversgilde, het kunstenaarsgilde en het schoenmakersgilde. Dokters en vroedvrouwen zaten samen in het chirurgijnsgilde. Deze beroepen mocht je alleen uitoefenen als je lid van het gilde was. Lang niet iedereen mocht lid van een gilde worden. Onechte kinderen (kinderen van wie de ouders niet getrouwd waren), onvrijen (mensen die geen vrije burger waren) en joden mochten geen lid worden en konden zich dus niet in de stad als bakker, wever, kunstenaar of chirurgijn vestigen.


In Amersfoort worden de volgende gilden voor neringen en ambachten genoemd:


De reglementen van de diverse gilden bevonden zich in de z.g. puntboeken. Het oudste gilde is van 1436. In 1760 waren er 32 gilden. In 1798 (tijdens de Bataafse Republiek) werden de gilden (er waren er toen nog 16) opgeheven en kon zich een vrije concurrentie ontwikkelen.