Overstromingen in Amersfoort vonden plaats in:

1477,

1532 (Allerzielenstorm),

1552,

1570 (Allerheiligenvloed),

1582,

1595,

1643,

1645,

1651,

1702,

1916,

Bedreigde plaatsen in Amersfoort waren steeds: Kortegracht, Langegracht, De Koppel, Smallepad, Schimmelpenninckstraat, Spui, de Singels en het Havik.

Er waren twee hoofdoorzaken van de wateroverlast:

• NW-stormen, die het water in de nog met de Noordzee in verbinding staande Zuiderzee opstuwden, het Eemwater kon zo niet afstromen.
• Breuken in de Grebbedijk bij Rhenen, waardoor Rijnwater in noordelijke richting kon stromen.

Ten gevolge van overstromingen kwamen grote delen van Amersfoort onder water te staan, zoals op deze foto van de Kortegracht te zien is.

Het Spui met de Koppelpoort tijdens de watersnoodramp van 1916. De Zuiderzeekust was geteisterd door het opgestuwde water. Door de storm op de kust kon de Eem niet afwateren en werd het water zelfs teruggestuwd. Tegelijkertijd was er juist extra toevoer van water uit de Gelderse Vallei. Het gevolg was dat het water dat anders via de Amersfoortse grachten naar de Eem werd gevoerd nu niet weg kon en op verschillende plaatsen in de stad overstromingen veroorzaakte.

Ook rond de Langegracht kwamen de straten soms onder water te staan.