De grote en Kleine Koppelpoort is een gecombineerde land- en waterpoort. Gebouwd in 1425 als onderdeel van de tweede stadsmuur. De Koppelpoort wordt voor het eerst genoemd in 1427 in een rekening voor herstelwerkzaamheden. De poort moet er dan nog anders hebben uitgezien, want het middendeel is rond 1460 vergroot om ruimte te bieden aan een takelmechaniek met dubbele tredmolen, waarmee de waterpoort kon worden gesloten. De naam is waarschijnlijk afgeleid van ‘coppel’, wat zoveel betekent als gezamenlijke weide (veel poorten zijn naar de omgeving waarin zij lagen vernoemd. Een oudere naam voor de poort is ‘Spoeypoort’ omdat door het spuien van het water de stad daar de waterstand in de grachten kon reguleren.


De Koppelpoort werd tijdens de belegering van 1427 voor het eerst aangevallen. Amersfoortse vrouwen wierpen kokend bier vanaf de muren naar beneden waardoor de aanval werd afgeslagen.


De Koppelpoort kreeg haar huidige aanzien tijdens de restauratie door Pierre Cuypers in 1885 en 1886. Cuypers verwijderde onder meer een verdieping tussen de beide poorten en verving deze door kantelen, Daardoor heeft de poort nu onder meer irrealistische kantelen aan de stadszijde.