Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


Piet Mondriaan 1872-1944


Op 7 maart 1872 wordt aan de Kortegracht 11 te Amersfoort Pieter Cornelis Mondriaan geboren. Pieter heeft een oudere zuster en drie jongere broers. De kinderen worden Nederlands Hervormd opgevoed. Zijn vader is hoofd van een christelijke lagere school, gehuisvest in het geboorte- en woonhuis van Piet Mondriaan.


In 1880 verhuist het gezin naar Winterswijk, waar Mondriaans vader een baan krijgt als hoofdonderwijzer aan de school voor christelijk nationaal Onderwijs. In de jaren dat Piet Mondriaan op deze school les heeft, brengt vader zijn passie voor tekenen over op zijn zoon.


Negen jaar later behaalt Piet zijn akte L.O. Handtekenen. Hij gaat meteen door voor de middelbare akte. Met dit diploma kan hij toegelaten worden tot de Rijksacademie. Daarnaast geeft hij tekenles op de school van zijn vader.


In 1894 volgt hij het ‘avondteekenklasje naar het leven’ aan de Rijksacademie. Ondanks dat Mondriaan een ijverige leerling is, blijkt hij veel moeite te hebben met de klassieke uitgangspunten van de lessen. Hij wordt lid van de Amsterdamse kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae en Sint Lucas. Deze vereniging biedt de leden gelegenheid tot exposeren. Vanaf 1897 zal hij regelmatig deelnemen aan hun tentoonstellingen.


In 1896 woont Mondriaan inmiddels op zichzelf in Amsterdam, waar hij woonruimte en een atelier huurt. Ook gaat hij weer studeren aan de Rijksacademie om zijn etskwaliteiten te verbeteren.

In 1912 vertrekt Mondriaan naar Parijs. Hij verandert zijn naam in Piet Mondrian. Ook zijn uiterlijk verandert. Zo zag hij er in Nederland nog uit als een bohemien, in Parijs draagt hij een zwart pak.


In deze periode schildert hij bomen, waarin de invloed van Picasso en Braque zichtbaar is.

Langzamerhand laten zijn werken een sterkere abstractie zien, waarbij de werkelijkheid steeds minder herkenbaar is. In 1920 maakt hij zijn eerste schilderij compositie met geel, rood, zwart, blauw en grijs. Vanaf dat moment beperkt Mondriaan zich in zijn werk tot het gebruik van vlakken in de primaire kleuren, de niet-kleuren zwart, wit en grijs en zwarte horizontale en verticale lijnen. Deze ongelijke elementen moeten gelijkwaardig zijn, zodat er geen hiërarchie in kleur of lijn heerst op het doek, maar een evenwichtige harmonie van lijn en kleur. In dit evenwicht liggen volgens Mondriaan de universele wetten van de kunst.


In 1938 vertrekt Mondriaan vanwege de oplopende internationale spanningen naar Engeland en twee jaar later naar New York. Daar gaat hij weer op zoek naar vernieuwing in zijn kunst.


In 1941 wordt in The New Yorker voor het eerst iets verteld over Mondriaans nieuwe werkmethode met gekleurde plakstrookjes in verschillende maten. Hij gebruikt hiervoor de kleuren zwart, wit, grijs, rood, geel en blauw. Deze stukjes tape verplaatst hij eindeloos tot hij tevreden is met de compositie.


In 1944 werkt Mondriaan intensief aan zijn Victory Boogie Woogie, dat hij steeds reviseert. De door elkaar dansende kleuren en de dynamiek van het opengebroken netwerk van lijnen verwijzen naar het dynamische tempo en het bruisende levensritme van New York. Een opgelopen verkoudheid ontwikkelt zich tot een fikse longontsteking. Mondriaan wordt naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij op 1 februari 1944 sterft.