Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
info
Stadhouder Willem V
In 1766, meerderjarig geworden, trad hij aan als stadhouder. De negen jaar oude Mozart was uitgenodigd en had een compositie (KV 32) geschreven voor de inhuldiging rond 11 maart. Op 4 oktober 1767 huwde de prins in Berlijn met Wilhelmina van Pruisen, een nicht van Frederik de Grote, die in 1768 de stadhouderlijke familie bezocht op Het Loo.
Willem V begon met voorstellen tot verkleining van de vroedschappen in de Friese steden Stavoren (1768), Workum (1772) en Bolsward (1773). De stadhouder beschikte over goede contacten ("premiers") in Friesland, onderdeel van het stadhouderlijk stelsel. Ook in Gelderland en Overijssel hadden kleine steden moeite om hun vroedschapszetels op te vullen en waren aanpassingen noodzakelijk; Zwolle telde bijvoorbeeld 16 burgemeesters. De voorstellen tot hervorming, die willekeurig kunnen worden genoemd, omdat hij niet overal over dezelfde bevoegdheden en invloed beschikte, werden hem niet in dank afgenomen. Het probleem van de opvulling van vroedschapszetels speelde bovendien in steden met een aanzienlijke katholieke bevolking, zoals Haarlem, Arnhem, Nijmegen, Oldenzaal, 's-
In 1774 werd de Galerij Prins Willem V voor het publiek geopend. Josina van Boetzelaer en haar leermeester Francesco Pasquale Ricci componeerden diverse werken voor het hoforkest. Op het Haagse Binnenhof werd tegenover het oorspronkelijke stadhouderlijk paleis (waarvan de Mauritstoren en aanpalende vertrekken als deel van het huidige gebouw van de Eerste Kamer der Staten-
De patriottentijd
In september 1781 -
De patriotten stelden bij monde van Pieter Paulus inmiddels voor een raad in te stellen waarin ook zijn vrouw, die hem al sinds 1776 inzake politieke kwesties terzijde stond, zitting zou hebben. De besluiteloze prins liet niets van zich horen en voerde een beleid dat uitging van handhaving van de oude, gevestigde posities. In maart 1785 deed Willem Gerrit Dedel, raad bij de Admiraliteit van Amsterdam, een voorstel het recommendatierecht van de stadhouder af te schaffen. Bijna was er een akkoord bereikt, maar niet lang daarna sloeg de stemming om en volgens Willem Bilderdijk ontstond een breuk tussen de aristocraten en de democraten. Quint Ondaatje en Von Liebeherr reisden diverse malen naar Den Haag om in contact te komen met de stadhouder. Begin september 1785, enkele dagen nadat het dragen van oranje verboden was, verloor Willem V zijn militaire positie in 's Gravenhage. De stadhouder raakte in een steeds zwaardere crisis en dronk veel wijn. Het liefst had hij afstand gedaan en zich teruggetrokken op een van zijn Duitse bezittingen. Hij schreef: "Ik wenschte dat ik dood waere, dat mijn vader nimmer stadhouder was geworden. Ik voel ik ben daertoe niet bekwaem. 't Hooft loopt mij om."
Twee weken later reisde Willem V af naar Friesland, zijn vrouw en de stadhouderlijke spruiten achterna, die al waren vertrokken om aanwezig te zijn bij het tweehonderdjarig bestaan van de Universiteit van Franeker. Onder de Friese regenten en aristocraten was de stemming omgeslagen, velen kozen nu voor de stadhouder om het land van de ondergang te redden: in oktober werd besloten de regeringsreglementen in Friesland aan te scherpen, maar de stadsregering zou voortaan bestaan uit magistraat én vroedschap. Via Groningen trok de stadhouder naar het jachtverblijf Het Loo bij Apeldoorn.
Escalatie
De Amsterdamse burgemeester Joachim Rendorp legde op 1 februari 1786 de Staten van Holland een plan voor waarmee de terugkeer van de prins naar Den Haag weer mogelijk zou worden, maar het plan leed schipbreuk. De patriotten in de stad Utrecht gingen nu op 2 augustus 1786 over tot het zelf op democratische wijze benoemen van nieuwe vroedschapsleden, dat wil zeggen dan maar zonder de goedkeuring van de stadhouder. De prinsgezinde statenleden verlegden daarop de vergaderingen naar Amersfoort. Daarmee waren de Provinciale Staten van Utrecht opgedeeld. Op 27 augustus 1786 besloten de Staten van Holland met een krappe meerderheid (negen tegen tien stemmen) de prins definitief het commando over het Haags garnizoen te ontnemen. Begin september 1786 werd een poging gedaan om de patriotten een halt toe te roepen, want er dreigde een burgeroorlog te ontstaan. Hattem en Elburg, waar de 24-
Aanhouding bij Goejanverwellesluis
Begin mei 1787 is vanuit Amersfoort een poging gedaan Utrecht te heroveren. Er vielen enkele slachtoffers. o.a. bij Soestdijk. De prinses reisde enkele weken later "incognito" in twee koetsen met zestien paarden naar 's-
De vlucht naar Engeland
In 1792 kreeg de Franse generaal Dumouriez opdracht om de Nederlanden binnen te vallen. Begin februari 1793 vielen Blerick en Stevensweert in handen van de Franse troepen. Hij kreeg assistentie van Daendels met ca 2.800 manschappen en tachtig ruiters van het Bataafs Legioen. Op 17 februari vond de hoofdaanval plaats; via Breda zouden de troepen opstoten naar Dordrecht. Klundert en Bergen op Zoom vielen rond 25 februari. Willemstad kreeg een beleg te verduren van twee weken. Op 2 maart proclameerde de Conventie steun van het Franse volk aan de Bataven, maar het beleg van Maastricht door Francisco de Miranda werd op die dag opgebroken. Geertruidenberg viel op 4 maart. Breda koos op 5 maart een "Revolutionaire" gemeenteraad. Op 8 maart kreeg Dumouriez opdracht zich terug te trekken. Op 18 maart moest hij een nederlaag incasseren bij de Slag bij Neerwinden en Aldenhoven.
Op 4 november 1794 viel Maastricht alsnog, na zware bombardementen door Kléber. Op 27 december staken Franse troepen onder Pichegru de Maas over, op 10 januari 1795 de Waal. Op 15 januari trokken Pruisische en Britse troepen zich terug uit hun posities in de Betuwe en langs de Lek, en vluchtten via Apeldoorn over de grens. De Hessische troepen waren al eerder vertrokken. Op 16 januari capituleerde Utrecht, nadat de Oude Hollandse Waterlinie succesvol was omzeild door de Franse troepen. De prins wilde alleen een nieuwe aanvalspoging doen als de dooi zou invallen, maar in zijn eentje had hij geen schijn van kans. Hij schreef op zondag 18 januari 1795 een afscheidsbrief aan de Staten-
De periode na 1795
De gevluchte stadhouder nam eerst voor enkele weken zijn intrek in Kew Palace (ook wel Dutch House genoemd). Vrijwel zijn eerste actie was de uitvaardiging van de brieven van Kew (7 februari 1795). Volgens sommigen gebeurde dat op advies van de Britse premier William Pitt. Alle Hollandse koloniale bezittingen werden nu onder Britse bescherming gesteld. Hij beval de bestuurders zich over te geven aan de Britten, waarna Britse militaire bezetting volgde. Dit leidde uiteraard tot grote woede van zijn tegenstanders in de Bataafse Republiek. Nadat Willem V deze brieven had uitgevaardigd namen de Fransen de privébezittingen van Willem in beslag. Zijn collectie dieren, waaronder de twee olifanten Hans en Parkie en enkele giraffen, werd afgevoerd naar Frankrijk.
Willem V verhuisde naar Hampton Court Palace. Toen hij samen met zijn zoon, de erfprins, in augustus 1799 een proclamatie uitvaardigde waarin de Nederlanders werden opgewekt steun te geven aan de Engels-
In april 1806, tijdens het jaarlijkse bezoek aan zijn dochter Louise, overleed Willem V op 58-
Bijzetting in de Nieuwe Kerk in Delft
In 1958 werd het gebalsemde stoffelijke overschot van Willem vanuit Brunswijk overgebracht naar Nederland en op 28 april bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk in Delft. Prinses Wilhelmina weigerde hierbij aanwezig te zijn. Naar verluidt zou zij hebben gezegd niet achter de baar van "een sufferd" te willen lopen.
Kinderen
Uit het huwelijk van Willem V en Wilhelmina werden vijf kinderen geboren: