Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


Benjamin Cohen

In de tweede helft van de 17e eeuw komt Ezechiël Cohen, de vader van Benjamin Cohen en grootvader van Abraham Cohen, naar Amersfoort en koopt het Secretarishuis aan de Muurhuizen. De familie Cohen houdt zich bezig met de teelt en handel van tabak en graan.

Benjamin komt daardoor tot grote rijkdom. Hij wordt een bankier van groot formaat en financiert oa. het leger van de stadhouder. Hij is ook rabbijn en bestuurslid van de synagoge. In zijn vrije tijd ontwikkelt hij zich ook tot een verdienstelijk wiskundige


Rond 1775 koopt Benjamin Cohen een pand aan de Zuidsingel en laat het geheel vernieuwen naar de mode van die tijd. Zo ontstaat ‘het huis met de paarse ruiten’.


Een tekening van Jordanus Hoorn uit 1784 van het huis met de paarse ruiten. Op de voorgrond zijn waarschijnlijk Benjamin Cohen met zijn zoon Abraham vereeuwigd. Op het dak van het huis is een hek te zien voor een loofhut om de tocht van veertig jaar door de woestijn van de Israëlieten  te gedenken.


(Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam)


Benjamin, geboren 10 februari 1726, gehuwd 1746, overleden 10 februari 1800 en begraven te Muiderberg. Benjamin liet zich het fraaie huis aan de Zuidsingel bouwen omstreeks 1770. Na zes jaar vertrok hij naar Amsterdam, waar hij nog veertien jaar heeft gewoond. Het huis met de fraaie gesneden medaillons in de deuren, de imposante hardstenen gevel, het statige bordes ís nog steeds het fraaiste huis van het oude Amersfoort. Nog herinneren de gesneden openingen in de deuren aan het Joodse Godsteken, de Mezoezah, en het gaatje in een van de ruitjes van de z.g. marmeren-kamer aan het schot, gelost 9 juni 1787, op Prins Willem V, díe hier zijn verblijf in de woelige Patriottentijd had. De Prins kreeg geen letsel, maar zijn vrouw bedacht in dit huis haar “coup de force'', die tot de tussenkomst van Pruisen leidde. Benjamin zelf bestuurde niet alleen de tabakszaak, doch ook een bankdersfirma "Jonas Benjamin Cohen" en door zijn familierelaties behoorde híj tot de leiders der voornaamste bankiershuizen van Europa. Benjamin was een mathematicus en wordt daarom in het stucadoorswerk afgebeeld met een papier betekend met wiskundige figuren. Benjamin is wel een sieraad voor de Gemeente geweest. Bekend was zijn Oranje-gezindheid en volgens de familie traditie was hij ook de financiële raadsman van de Prinses. Hij haalde zich zodanig de haat van de Patriotten op de hals, dat zij 's nachts zijn huis openbeukten en grote schade aanrichtten, vandaar de zware grendeling van alle ramen en deuren. In 1786 verhuisde hij naar Amsterdam en hield zijn huis onder de hoede van Abraham van Herschel aan. Toen Prins Willem V ín 1787 Den Haag had verlaten en de Utrechtse Staten naar Amersfoort waren getrokken, voldeed de Prins aan hun verzoek om ook te Amersfoort te komen, zullende het fraaie huis van den heer Cohen voor Zijn Doorl. Hoogheid tot een intrek dienen, Benjamin had het met vreugde ter beschikking gesteld. Op 9 juni 1787 kwam de Prins te Amersfoort aan, waar hij door de Hoofdschout, de twee Burgemeesters en de secretaris ín het huis van Benjamin verwelkomd werd, Hier ontving hij ook de deputatie der Staten, die hem in zijn hotel kwamen complimenteren, voorafgegaan door de secretaris en drie bodes, terwijl hem de militie de militaire honneurs bracht. De Prins ontving hen toen op de stoep, begeleidde hen naar de bovenzaal, bedankte hen in zeer gracieuze termen en deed hen weer uitgeleide. De Patriotten hekelden niet alleen Cohen, maar ook de Joodse gemeente, wegens dit Prinselijk verblijf. De Prinses had de Prins vanuit Nijmegen uitgeleide gedaan en volgde hem later naar Amersfoort.


Een Jiddisch kroniekje van een Amsterdamse kuiper verhaalt, dat Z.H.Prins Willem van Oranje Nassau met de Koninklijke Prinses Sophia Frederica Wilhelmina van Pruisen en zijn gans gevolg gearriveerd zijn in Amersfoort in het huis van de Edele Heer B.Cohen, en daar dit aan de edele Benjamin tot verdienste was, zo is ere op zijn werk en zijn gerechtigheid omkleedt hem. Ook Benjamins kleinzoon, de beroemde rechtsgeleerde Mr. Jonas Daniël Meyer verklaart: "Ik herinner mij nog uit mijne kinderjaren, hoe zij (de Prinselijke familie) het nederig huis van mijn grootvader, toen de wijkplaats van het Doorluchtig en Stadhouderlijk geslacht verliet, om naar de zetel der hoge regering terug te keren." In het diepste geheim logeerde de Prins echter eens op Soestdijk, toen de huichelachtige Rijngraaf v.d.Zalm een mislukte aanval op het jachtslot deed om de Prins, levend of dood in handen te krijgen, Deze vertrok echter door een achterdeur weer naar Amersfoort naar het huis van Cohen. De Prins heeft meermalen de Synagoge bezocht, en de overlevering zal wel juist zijn, dat dit meerdere malen ís geschied en ook de Prinses ís mede geweest; en als herinnering aan 's Prinsen verblijf bezit museum Flehite' nog een kostbaar Voorhangsel van Goudbrokaat, afkomstig van de banen van een van de statieslepen van de Prinses.


De Prins schonk zijn levensgroot portret in 1788 door zijn hofschilder Benjamin Bolomei (1739-1819) geschilderd als herinnering aan de Cohen's.

Het werd bij Bejamin's zoon de bankier Abraham opgehangen, die, nadat zijn huis in 1816 als Raadhuis werd in gebruik genomen, toestemming gaf het te behouden, zodat het thans nog de Burgemeesterskamer siert.


De Prins van Oranje gaf ook een zilveren inktstel met de letters. P.v.O.