Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3


info


De stadstrompetter  Paul Kingma  Langestraat/hoek Muurhuizen


In de middeleeuwen had ieder dorp en elke stad zijn eigen omroeper. Uit naam van de overheid kondigde hij nieuwe besluiten en wetten aan. Veel mensen waren in die tijd analfabeet, maar moesten wel op de hoogte zijn van wetten en regels. Daarnaast maakte de omroeper geboorten, overlijden en andere gebeurtenissen bekend. Ook de lokale middenstand nam de omroeper in de arm, de slager bijvoorbeeld voor het bekendmaken van een noodslachting. De omroeper moest redelijk geschoold zijn; hij moest in elk geval kunnen lezen. Hij mocht geen dronkelap zijn en geen problemen hebben met de Schout en de Schepenen. Het vak ging vaak over van vader op zoon. Dan wist men immers dat de familie als ‘goed’ bekend stond.


In het reglement voor de stadsomroeper was ook een kledingvoorschrift opgenomen. Zo was hij, voor de herkenbaarheid, verplicht tot het dragen van een hoed of pet. Hij beschikte over een muziekinstrument (een bekken of een blaasinstrument) om burgers attent te maken op zijn boodschappen die vaak begonnen met ‘Boeren, burgers en buitenlui’. Als het muziekinstrument een trompet was, werd de stadsomroeper vaak stadstrompetter genoemd. Kingma heeft de Amersfoortse stadstrompetter afgebeeld met de linkerhand rustend op een sabel. Op de schouderkappen staat een kruisvorm die voortkomt uit het stadswapen. Op de borst staat het woord ‘Amersfoort’.